Voer een zoekterm in en klik op .
Deze modus combineert eenvoudige „point-and-shoot” met geavanceerde fotografietechnieken.
De optie Adv. MODUS in het opnamemenu kan worden gebruikt om uit de volgende geavanceerde modi te kiezen:
De camera maakt maximaal drie foto’s telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, waarbij de achtergrond wordt verzacht om de nadruk te leggen op het hoofdonderwerp. De hoeveelheid verzachting kan vóór het fotograferen worden aangepast door aan de hoofd-/subinstelschijf te draaien. Gebruik voor portretten of foto’s van bloemen, vergelijkbaar met foto’s geproduceerd door spiegelreflexcamera’s.
Verzachting kan niet worden toegepast op achtergrondvoorwerpen die zich te dicht bij het hoofdonderwerp bevinden. Als er een bericht verschijnt met de melding dat de camera niet het effect kan creëren dat wordt weergegeven wanneer de camera scherpstelt, probeer dan de afstand toto uw onderwerp te vergroten en in te zoomen. Ook als het onderwerp beweegt is de camera mogelijk niet in staat om de achtergrond te verzachten; als dit wordt gemeld, controleer de resultaten en probeer het opnieuw.
Beelddekking wordt verminderd.
PRO FOCUS
Selecteer AAN voor de optie OPSLAAN SET-UP > ORIG. FOTO OPSLAAN in het instellingenmenu om onverwerkte kopieën of foto's op te slaan die in deze modi zijn gemaakt.
Houd de camera stil tijdens het fotograferen.
Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera vier opnamen en combineert ze tot een enkele foto. Gebruik om ruis en onscherpte te verminderen bij het fotograferen van slecht verlichte of statische onderwerpen bij hoge zoomverhoudingen.
Met bepaalde scènes of als het onderwerp of de camera beweegt tijdens het fotograferen, kan het creëren van een enkele gecombineerde foto niet mogelijk zijn. Houd de camera stil totdat de opname volledig klaar is.
LAAG LICHT
Selecteer AAN voor de optie OPSLAAN SET-UP > ORIG. FOTO OPSLAAN in het instellingenmenu om onverwerkte kopieën of foto's op te slaan die in deze modi zijn gemaakt.
Houd de camera stil tijdens het fotograferen.
Maak een foto die twee belichtingen combineert.
Maak de eerste foto.
Druk op MENU/OK. De eerste foto wordt over het beeld gelegd dat door de lens te zien is, als hulp bij het maken van de tweede foto.
Druk op de keuzeknop links om terug te keren naar stap 1 en de eerste foto opnieuw te maken. Druk op DISP/BACK om de eerste foto op te slaan zonder een meervoudige belichting te maken.
Maak de tweede foto.
Druk op MENU/OK om de multi-belichting te creëren, of druk op de keuzeknop links om naar stap 3 terug te keren en maak de tweede foto opnieuw.