Voer een zoekterm in en klik op .
Pas bestandsbeheerinstellingen aan.
Nieuwe foto’s worden opgeslagen in beeldbestanden waarvan de bestandsnamen beginnen met een viercijferig bestandsnummer dat wordt toegewezen door telkens een nummer aan het laatst gebruikte bestandsnummer toe te voegen. Tijdens het afspelen wordt het bestandsnummer weergegeven, zoals de afbeelding rechts laat zien. NUMMERING regelt of de bestandsnummering wordt teruggezet op 0001 wanneer een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of de huidige geheugenkaart of het intern geheugen is geformatteerd.
Fotonummer
Directorynummer
Bestandsnummer
De nummering gaat verder vanaf het laatst gebruikte bestandsnummer of het eerst beschikbare bestandsnummer, om het even welke dan ook het hoogst is. Kies deze optie om het aantal foto’s met dubbele bestandsnamen te verminderen.
Na het formatteren of bij het plaatsen van een nieuwe geheugenkaart wordt de nummering teruggezet op 0001.
Wanneer het framenummer de waarde 999-9999 bereikt, wordt de ontspanknop uitgeschakeld.
Het selecteren van RESET stelt NUMMERING in op CONTINU, maar reset niet het bestandsnummer.
Fotonummers van foto’s kunnen verschillen wanneer deze met andere camera’s zijn gemaakt.
Kies AAN om onverwerkte kopieën van naadloze panorama’s of foto's gemaakt met behulp van VERWIJDER R. OGEN, LAAG LICHT MODUS of PRO FOCUS MODUS op te slaan.
Merk de opnametijd en/of opnamedatum op foto's op het moment dat ze worden gemaakt.
Tijd- en datumstempels kunnen niet worden gewist. Schakel DATUMSTEMPEL uit om te voorkomen dat tijd- en datumstempels op nieuwe foto's te zien zijn.
Als de cameraklok niet is ingesteld, wordt u gevraagd de klok in te stellen op de huidige datum en tijd.
Wij adviseren u de optie DPOF „printdatum” uit te schakelen bij het afdrukken van afbeeldingen met een tijd- en datumstempel.
Tijd- en datumstempels verschijnen niet op films, panorama’s of foto’s die zijn gemaakt bij het vastleggen met de beste opname.