Druk op de -knop om te kiezen hoe de camera de helderheid van het onderwerp meet.
Bij standaardinstellingen wordt de meting toegewezen aan functietoets 6. Voor informatie over het kiezen van de functies toegewezen aan de functieknoppen, zie „De functieknoppen”.
Meting kan ook worden geselecteerd in de opnamestanden.
Als INT. SPOT AE&SCHRPSTLGBD AAN is en AF-VELD KEUZE is geselecteerd voor AUTOFOCUS INSTELLING > SCHERPSTELLING, dan zal de camera de lichtomstandigheden in het geselecteerde scherpstelveld meten. Als INT. SPOT AE&SCHRPSTLGBD UIT is, dan zal de camera het middelste scherpstelgebied meten.