Leg beweging vast in een serie foto’s. Serieopname-opties kunnen worden weergegeven door op de DRIVE-knop te drukken.
Druk op de keuzeknop links of rechts om een beeldsnelheid te kiezen. De camera maakt foto’s terwijl de sluitertoets half wordt ingedrukt.
Scherpstelling en belichting
Om de scherpstelling en de belichting bij elke opname te variëren, selecteer scherpstelstand C; in andere standen worden scherpstelling en belichting bepaald bij de eerste foto in iedere serie.
Focus tracking prestaties variëren afhankelijk van het diafragma, gevoeligheid en de opnameomstandigheden.