Gebruik de keuzeschakelaar scherpstelstand om in te stellen hoe de camera scherpstelt.
Als AAN is geselecteerd voor AUTOFOCUS INSTELLING > PRE-AF in het opnamemenu, zal de scherpstelling continu worden aangepast in modi S en C, zelfs wanneer de ontspanknop niet wordt ingedrukt.
De scherpstelindicator wordt groen wanneer op het onderwerp is scherpgesteld en knippert wit wanneer de camera niet in staat is om scherp te stellen. Haakjes („( )”) geven aan dat de camera aan het scherpstellen is en worden continu weergegeven in modus C. wordt weergegeven in handmatige scherpstelmodus.
Scherpstelling controleren
Om in te zoomen op het huidige scherpstelkader voor nauwkeurige scherpstelling, druk op het midden van de instelschijf. Druk nogmaals op de instelschijf om het zoomen te annuleren.
In de scherpstelmodus S is scherpstelling beschikbaar wanneer AF-VELD KEUZE is geselecteerd voor AUTOFOCUS INSTELLING > SCHERPSTELLING in het opnamemenu.
Scherpstelloep is niet beschikbaar wanneer AAN is geselecteerd voor AUTOFOCUS INSTELLING > PRE-AF in scherpstelmodus C.