Elke functieknop kan aan één van de hieronder vermelde functies worden toegewezen. Opties voor het geselecteerde item kunnen vervolgens worden weergegeven door op de knop te drukken. Om de functies te kiezen die worden uitgevoerd door de functieknoppen, druk op de DISP/BACK-knop totdat functie-instellingenopties worden weergegeven, markeer vervolgens de gewenste knop en druk op de selectieknop rechts.
Het is ook mogelijk om de optie FUNCTIE-INST. (Fn) in de opnamestanden te gebruiken om de functies uitgevoerd door de functietoetsen te kiezen.
U kunt ook opties weergeven voor elk van de functieknoppen door de knop ingedrukt te houden.